Contact
We think you might be interested in Bilfinger %s website.
Otherwise select the country you are interested in here.
+

Bilfinger Magazine

Karen de Lathouder, CEO BP Nederland: ‘Ik wil de energietransitie aanvoeren en versnellen’

Roerige tijden op de energiemarkt weerhouden Karen de Lathouder er niet van om BP’s verduurzamingsplannen door te zetten. ‘Ik heb de fossiele industrie niet verzonnen en we hebben nu eenmaal te maken met een collectieve verslaving aan fossiele plastics en brandstoffen. Maar ik kan er wél voor zorgen dat onze productie CO2-neutraal wordt en dat ga ik ook doen. In 2035 is dat zover.’

 

Het is goed mogelijk dat hier op termijn helemaal geen aardolie meer verwerkt wordt, maar bijvoorbeeld synthetische brandstoffen of een product dat we nu nog niet eens kennen."

Karen de LathouderCEO BP Nederland

 

Het interview met Karen de Lathouder, de nieuwe CEO van BP Nederland, vindt plaats in roerige tijden op de energiemarkt, waar zij zich echter niet door van de wijs laat brengen.

‘Het is zeker een groot probleem dat de energiemarkt compleet uit evenwicht is. Deze situatie is voor iedereen nieuw, ook voor BP’, zegt Karen. ‘Er is een enorme onbalans ontstaan in vraag en aanbod van gas en olie door de oorlog in Oekraïne. We moeten van het Russische gas af en ook wij verbruiken nu al veertig procent minder dan voor de inval. Voor een aantal bedrijven is de gasprijs vrijwel onbetaalbaar en dat betekent dat de Nederlandse economie wordt geraakt. Daarbij komt dat de olieprijs ook erg fluctueert en daarmee de winsten van bedrijven in raffinage. We zullen met z’n allen de komende winter echt gas moeten besparen; zowel bedrijven als de mensen thuis. Ik denk niet dat er in Nederland snel een gastekort zal ontstaan, maar de prijs wordt erg hoog.’ Dat brengt BP in wat Karen noemt: een trilemma. ‘BP is verantwoordelijk voor een stabiele en betrouwbare energievoorziening, een betaalbare energievoorziening én verduurzaming van de energievoorziening. De verhouding tussen deze drie elementen was al moeilijk en het is nu nog lastiger geworden. Toch gaan we dóór in verduurzaming, en het feit dat de kolencentrales momenteel weer aan gaan, betekent voor ons als sector dat we nóg sneller nóg meer CO2-uitstoot moeten verminderen.’

 

Verslaving aan fossiel

Dat de gehele industrie sneller moet verduurzamen is trouwens een overtuiging die Karen al langer heeft en uitdraagt. ‘De industrie is heel belangrijk voor Nederland. Maar niet zoals ze nu is, met veel te veel CO2-uitstoot. Tegelijkertijd kunnen we juist omdat we veel te veel CO2-uitstoten, een enorme bijdrage leveren aan het behalen van de klimaatdoelen. Daarom moet je volgens mij hier met de CO2-reductie beginnen. Ik zeg wel eens, als ik als CEO van BP het niet doe, wie dan wel? Wat dat betreft hoef je mij niet te overtuigen. Kijk, ik heb de fossiele industrie niet verzonnen en onze collectieve verslaving aan fossiele plastics en brandstoffen, daar zitten we nu eenmaal met z’n allen mee. Maar ik kan er wél voor zorgen dat onze productie CO2-neutraal wordt en dat ga ik ook doen. In 2035 is dat zover.’

 

Raffinaderij ombouwen

Dat jaartal is niet willekeurig gekozen, omdat je voor zo’n project flink wat tijd nodig hebt. Karen: ‘2035 is overmorgen voor ons als industrie. Grote projecten heb je nu eenmaal niet in een jaar gebouwd. Je bent, inclusief ontwerp en vergunningen, zomaar jaren verder voor iets er staat. De energietransitie betekent voor ons dat we onze raffinaderij ombouwen tot een “integrated energy hub”. Daarmee bedoelen we dat we allerlei energievormen gaan integreren. Zo kunnen we onze missie realiseren: de wereld voorzien van energie tegen een zo laag mogelijke CO2-voetafdruk; én de energietransitie aanvoeren en versnellen. Anno 2022 doen we aardolie in de raffinaderij en komt er diesel uit; later gaan we via groene elektriciteit er groene elektronen in doen, of groene moleculen vanuit groene waterstof, en komt er schone en hernieuwbare energie uit. Het is goed mogelijk dat hier op termijn helemaal geen aardolie meer verwerkt wordt, maar bijvoorbeeld synthetische brandstoffen of een product dat we nu nog niet eens kennen.’

 

Blauwe waterstof

Een van de projecten waarmee BP nu al werkt aan minder CO2-uitstoot is H-vision. Feitelijk bestaat dit project uit twee waterstoffabrieken die blauwe waterstof produceren uit voornamelijk raffinaderijgassen van de raffinaderijen in het Rotterdamse havengebied. ‘Er komt er één bij BP en één bij Shell’, vertelt Karen. ‘De afgevangen restgassen uit onze raffinage worden via een pijpleiding getransporteerd naar een fabriek waar ze worden gebruikt om er koolstofarme waterstof van te maken door het te splitsen in CO2 en waterstof. Deze waterstof gaat vervolgens weer terug naar de raffinaderij en wordt gebruikt als brandstof om er hogetemperatuurwarmte mee op te wekken. De CO2 die tijdens de productie van de waterstof ontstaat wordt direct afgevangen en daarna getransporteerd naar lege gasvelden onder de Noordzee om daar opgeslagen te worden. We moeten natuurlijk wel onze installatie en leidingen aanpassen.’ Toch rekent Karen het project tot min of meer laaghangend fruit. ‘En daar moet je verduurzaming mee beginnen, vind ik..’

 

Groene waterstoffabriek

In de stap na H-vision (gebruik van blauwe waterstof) gaat BP Nederland door voor groene waterstof. ‘Dat is nu weliswaar nog flink duurder, maar daarvoor hebben we al wel in samenwerking met HyCC het project H2-Fifty opgezet’, vertelt Karen. ‘Dat is een enorme groene waterstoffabriek via elektrolyse, op het nieuw te bouwen elektrolysepark op de Tweede Maasvlakte. Om voldoende groene elektriciteit te vergaren hebben we recent een bod gedaan op twee kavels in het windpark op zee Hollandse Kust West. En een derde grote project is de bouw van een unit voor SAF: Sustainable Aviation Fuel, hier op onze Rotterdamse site.’

 

Het verschil maken

De transitie naar een “integrated energy hub” leeft enorm op de BP-site, stelt Karen. ‘Zeker bij onze werknemers. Eerst waren er bedenkingen en ook wel zorgen: is er nog wel toekomst voor een olieraffinaderij? Nu we de keuze hebben gemaakt voor de bouw van die integrated energy hub, zie je dat mensen het gaaf vinden om daar onderdeel van uit te maken. Ik heb hier ook een aantal jonge ingenieurs van de TU Delft die hier echt werken om het verschil te maken. Zelf sta ik er net zo in, en ik ben er optimistisch over. Rotterdam is de perfecte plek voor deze transitie. We hebben een zeehaven, zijn een belangrijke energiehaven, we hebben legen velden voor CO2-opslag, we zijn een sterk industriecluster met innovatiepower, we hebben ruimte, en we hebben slimme mensen!’

 

Rolmodel

Wat betreft de factor mensen is er wel wat zorg. Het is geen nieuws meer dat er een tekort is aan technische medewerkers. Maar het personeelstekort breidt zich uit. Zo heeft ook de overheid onvoldoende capaciteit om bijvoorbeeld de benodigde vergunningaanvragen af te handelen. Karen: ‘Als ik nu een vergunningaanvraag indien, mag ik achterin de rij aansluiten en ben ik over twee jaar aan de beurt. Er zijn echt te weinig mensen en dat remt de transitie. Om nog maar te zwijgen van het tekort aan technische mensen om al die installaties te bouwen en straks de nieuwe fabriek te runnen. Daarom moeten we de beeldvorming rondom de industrie aanpakken, want volgens mij is dat het grote probleem wat mensen, vooral meisjes, ervan weerhoudt om een technische opleiding en een loopbaan in de industrie te kiezen. We moeten echt harder werken aan ons imago, want diversiteit missen we enorm in onze sector. Ik zou ook hier op mijn raffinaderij graag een afspiegeling van de maatschappij zien. Daaraan probeer ik mee te helpen door bijvoorbeeld in schoolklassen te vertellen over mijn werk, en ik probeer een rolmodel te zijn voor meisjes binnen het programma Spiegelbeeld van expertisecentrum VHTO. Maar ik heb niet de illusie dat ik het imagoprobleem in mijn eentje kan oplossen.

 

Karen de Lathouder

Karen de Lathouder studied Technical Chemistry at TU Delft, where she obtained her doctorate in 2006 on the subject of industrial catalysis. Karen then worked for Shell; including at the Pernis refinery but also offshore, for NAM. She then chose a role as director of an AkzoNobel salt plant in Denmark and later worked for AkzoNobel worldwide. She then found a new challenge in Oman, where Karen became site manager for Orpic. 'Once I was in Oman on vacation, saw that refinery and thought: that's where I want to work. So when they called me three years later, I immediately said yes. It was a special time; the people are nice and tolerant and no one looks up at full-time working women.' In 2017, she continued her career at BP, first in Hull, England ("a wonderful place"), then in Gelsenkirchen, Germany. In 2021, she became VP refining of the Rotterdam refinery and as of Jan. 1, 2022, she is CEO of BP Netherlands.

captcha
Uw bericht aan
captcha