De wereld kampt met verschillende grote uitdagingen. Het klimaat, de energie en de voedselvoorziening, om er maar eens een paar te noemen. De Schotse grondleggers van Enough gaan die uitdagingen graag aan. In Sas van Gent liet het bedrijf onlangs een fabriek bouwen waar Enough uit schimmels plantaardig voedseleiwit voor vleesvervangers gaat maken. Bilfinger zorgt voor de steigerbouw- en isolatiewerkzaamheden.

Als de wereldbevolking in hetzelfde tempo blijft groeien, zijn er in 2050 naar schatting tien miljard monden te voeden. De behoefte aan eiwitten wordt nu nog vooral gestild met vlees. Voor de productie van een kilo rundvlees is 15.000 liter water nodig. Dan zijn er halverwege deze eeuw theoretisch gezien drie aardes nodig, zo redeneerde Enough.Maar één aarde moet genoeg zijn, vonden ze. En dat verklaart ook meteen de bedrijfsnaam. Het foodtechbedrijf heeft zich daarom toegelegd op het maken van de hoogwaardige eiwitbron mycoproteïne door schimmels te voeden met suikers uitgrondstoffen zoals graan.

Vochtige substantie

Het halffabricaat dat Enough voortbrengt komt onder de merknaam Abunda Mycoprotein op de markt. Het is een zeer voedzame vochtige substantie die in de verte aan kippenvlees doet denken. Wat er van de band loopt, wordt ter plekke diepgevroren en daarna in vrieswagens vervoerd naar een vrieshuis in de haven van Zeebrugge. Enough levert het product straks uitsluitend aan de vegetarische ‘vleesindustrie’, aan bedrijven als Vivera of De Vegetarische Slager. Zij maken er vervolgens vegetarische kipsnacks, bacon, barbecuevlees of vissticks van.

Groei

De nieuwe fabriek wordt de grootste proteïnefabriek ter wereld. De huidige capaciteit is 10.000 ton per jaar, maar Enough streeft naar een groei tot meer dan een miljoen ton in 2032. Dit zou betekenen dat er voor eiwitproductie vijf miljoen minder koeien en een dikke 1,2 miljard kippen minder nodig zijn. Dat zou dan weer een vermindering van zes miljoen ton CO2-uitstoot betekenen, het equivalent van het planten van dertig miljoen bomen. De voorziene groei is gebaseerd op de toenemende vraag naar niet-dierlijke eiwitten. Het bedrijf verwacht namelijk dat de eiwitconsumptie in de komende dertig jaar zal verdubbelen. Op dit moment is 70 procent van de eiwitten die we eten van dierlijke oorsprong, zoals vlees, melk, eieren en kaas. Om de klimaatdoelen te halen en het milieu te ontlasten zouden we meer eiwitten van plantaardige herkomst moeten gaan eten, zoals granen, peulvruchten, noten en zaden. Daarnaast willen steeds meer consumenten om principiële redenen af van de consumptie van dierlijke eiwitten.  

Reststoffen

Enough vond Zeeland de beste locatie voor de nieuwe fabriek, die – niet geheel toevallig -naast het Cargill-terrein staat. De locatie en de samenwerking met Cargill zorgen namelijk voor een efficiënte aanvoer van grondstoffen. Bij Cargill, die een partner als Enough zocht, is het Schotse bedrijf verzekerd van een voortdurende aanvoer van graan. Bovendien voert Enough de reststoffen terug naar de bio-ethanol-fabriek van Cargill waardoor Enough zonder afval kan produceren. Ook de provincie Zeeland is blij met de komst van deze vernieuwende industrie omdat het hoogwaardige werkgelegenheid met zich meebrengt, aanvankelijk zo’n 25 arbeidsplaatsen. Bovendien zet Zeeland zich daarmee als aantrekkelijke vestigingslocatie op de kaart.De productie in Sas van Gent start vanaf het vierde kwartaal van 2022.

Bij de bouw van de nieuwe Enough-fabriek verzorgt Bilfinger Industrial Services de steigerbouw, de isolatie en de tracing. ‘We zijn al begonnen met de klus voordat de eerste paal werd geslagen’, vertelt projectleider Olaf Rammeloo. ‘Dat was begin april 2022. Dankzij onze steigers konden de betonvlechters aan de slag. In rap tempo verrees de fabriek en zodra gedeeltes werden vrijgegeven, zijn onze steigerbouwers en isolatiemonteurs meteen aan het werk gegaan. Ook hebben we de steigerbouw verzorgd voor de aanleg van zo’n twee kilometer aan stroom-, water- en productleidingen tussen Enough en Cargill. Bilfinger ROB verzorgde nog een deel van de piping. Op het moment ondersteunen we de opstart van de fabriek.’