Contact
We think you might be interested in Bilfinger %s website.
Otherwise select the country you are interested in here.
+

Bilfinger Magazine

Allard Castelein, CEO Port of Rotterdam, denkt groot: ‘Rotterdam moet de duurzaamste haven ter wereld worden’

De duurzaamste haven ter wereld zijn. Volgens Allard Castelein is het een business case die de bedrijven in het Rotterdamse havengebied én de Nederlandse samenleving heel wat op gaat leveren.

 

 

‘De energietransitie is uit de ideeënfase. Nu is het werk-in-uitvoering’"

Allard CasteleinCEO Port of Rotterdam

 

Al een aantal jaren stuurt Havenbedrijf Rotterdam, onder leiding van CEO Allard Castelein, meer op maatschappelijke impact dan op overslagvolume. Volgens de haventopman is dat de juiste keuze voor de toekomst. ‘Al zo’n zeven jaar geleden heb ik tegen de bedrijven in het Rotterdamse havengebied gezegd: we willen eraan bijdragen de klimaatdoelen te halen. Dat doen we niet door jullie te vragen het licht uit te doen en te vertrekken. Nee, we gaan jullie helpen om op een winstgevende manier over te gaan tot klimaatneutrale productie in 2050. Op die manier zijn we slim én duurzaam bezig en zal volume vanzelf volgen.’

Dit jaar is volgens Castelein een cruciaal jaar in de Rotterdamse energie- en grondstoffentransitie. ‘Er worden belangrijke beslissingen genomen. Bijvoorbeeld over Porthos, dat wordt het grootste CO2-afvang, -transport en -opslagsysteem ter wereld. En als Havenbedrijf Rotterdam willen we een waterstofbackbone aanleggen, de eerste waterstofbackbone in een haven-industriegebied. Ook een door Shell geplande waterstoffabriek op de Tweede Maasvlakte is een heel belangrijke verwachte investering. Daarnaast pleiten we, samen met een groep bedrijven en andere organisaties, voor een extra aanlanding van 2GW aan elektriciteit uit wind-op-zee. Ook zijn er grote investeringen te verwachten in biobrandstoffen en hergebruik van restwarmte.’

Import groene waterstof

Zulke investeringen moeten eraan bijdragen dat Rotterdam zijn rol als belangrijkste energiehaven van Europa verstevigt. Want waar de haven en industrie nu nog draaien op fossiele olie en gas, straks wordt volgens Castelein groene waterstof de nieuwe olie en gas. Maar dan moet er wel genoeg groene waterstof beschikbaar zijn. Om groene waterstof te produceren is er onder andere grootschalige elektriciteitsproductie uit wind-op-zee van de Noordzee nodig, gecombineerd met verschillende elektrolysefabrieken, maar daarmee kunnen we straks bij lange na niet voldoen aan alle vraag. Castelein: ‘Om onze positie van nummer één energiehaven te versterken willen we daarom ook groene waterstof uit andere gebieden importeren. De mogelijkheden daartoe zijn we nu aan het verkennen met landen als Portugal, Marokko, Chili, Uruguay en zelfs Australië. En we kijken ook naar groene waterstof gemaakt met waterkracht uit IJsland.’

Eerste elektrische krakers

Havenbedrijf Rotterdam beoordeelt de toekomstige grootschalige inzet van groene waterstof dus als een zekere zaak. Toch houdt Castelein ook rekening met onverwachte mogelijkheden en nieuwe technologieën. ‘Er kan en zal nog heel wat gebeuren tussen nu en 2050. Niet alle projecten zullen lukken en nog niet alle technologie die we nodig hebben voor CO2-neutraal produceren, is al beschikbaar of bewezen. Shell en Dow zijn momenteel bezig met de eerste elektrische ethyleenstoomkraakfornuizen. Er zijn momenteel nog geen elektrische krakers die zulke hoge temperaturen – tussen de 800 en 1.000 graden Celsius – kunnen bereiken. Ik wil er maar mee zeggen: we zijn goed op weg, maar er zijn ook heel wat dingen die nog ontwikkeld moeten worden. Het doel van CO2-neutrale productie is helder, maar op de weg ernaartoe zullen best nog een paar afslagen genomen moeten worden. Daarin moeten we eerlijk zijn: we hebben nu nog niet alle antwoorden.’

In drie stappen duurzaam

Om de eerder genoemde klimaatneutrale productie in 2050 voor elkaar te krijgen, heeft het Havenbedrijf Rotterdam samen met het bedrijfsleven, overheden en ngo’s zijn strategie vastgelegd in het rapport 'In drie stappen naar een duurzaam industriecluster'. ‘De eerste stap hierin’, zegt Castelein, ‘is meer energie-efficiency, ontwikkeling van infrastructuur en afvang en opslag van CO2. Daarna werkt het cluster naar een nieuw energiesysteem met gebruik van waterstof en elektrificatie. In de derde stap wordt ook het grondstoffen- en brandstoffensysteem vernieuwd door de productie circulair te maken.’

 

Werk-in-uitvoering

Wat betreft stap één en twee is Rotterdam al een flink eind op weg. Castelein: ‘Er zijn heel wat verduurzamingsinitiatieven vanuit de industrie. Ik noemde al Shell, dat een grote elektrolysefabriek wil gaan bouwen op de Tweede Maasvlakte. BP en Nouryon willen samen in Rotterdam de grootste waterstoffabriek van Europa realiseren. Wij nemen in de tweede helft van 2021 onze investeringsbeslissing over de waterstofbackbone, die het hele havengebied kan voorzien van groene waterstof. Daarna willen we de waterstofbackbone doortrekken naar het Limburgse industriegebied Chemelot en  de industrie in Noordrijn-Westfalen. Maar denk ook aan de door Neste beoogde nieuwe investering in uitbreiding van de productiecapaciteit van biobrandstoffen. Het is bewijs dat we uit de ideeënfase zijn; de energietransitie is nu werk-in-uitvoering.’

Groot durven denken

In de verwezenlijking van transitieplannen vindt Castelein belangrijke medestanders aan zijn zijde. De industrie doet mee, en belangenverenigingen, toeleveranciers, energieproducenten, netbeheerders en verschillende overheden ook. Maar wat hem – en veel andere ondernemers in het havengebied – tegenvalt is het ambitieniveau van het Rijk. ‘Je moet groot durven denken’, stelt hij. ‘Met de huidige instelling kunnen wij onze waterstofambities niet waarmaken. De rijksoverheid moet ruimte bieden aan de industrie om onze hoge ambities te verwezenlijken. Daarmee bedoel ik milieuruimte (stikstof!), maar vooral ook financiële ondersteuning van de dingen die wij als maatschappij belangrijk vinden: wind-op-zee en grootschalige productie van groene waterstof. Ik zou wensen dat de Nederlandse rijksoverheid het ambitieniveau van het bedrijfsleven zou overnemen. Ook om onze internationale positie te versterken. Frankrijk en Duitsland stimuleren hun waterstof-initiatieven met zeven tot negen miljard euro per jaar, Nederland heeft er 35 miljoen euro voor over.’ Met gevoel voor understatement: ‘Dat is niet het ambitieniveau waarop ik doel.’

Emissievrije toekomst

Hoewel er dus van overheidswege een tandje bij mag, is Castelein over de toekomst van de chemische industrie in het Rotterdamse havengebied onverminderd optimistisch. ‘Chemische producten vind je overal en de vraag neemt alleen maar toe. De industrie maakt immers producten die goed zijn voor de samenleving. Denk aan alle onderdelen van je computer of smartphone, maar ook aan medische apparatuur. Houd voor de grap eens een ziekenhuisfoto van een operatiekamer of intensive care uit de jaren ’50 naast een foto van nu en je ziet wat ik bedoel: alle apparatuur die er nu bij is gekomen is gemaakt van producten die we in de chemische industrie maken. We moeten echt de industrie omarmen als een waardevolle leverancier van producten voor ons leven van alledag, én als deel van de oplossing in plaats van als probleem. Er wordt hier elke dag hard gewerkt aan nieuwe productiemethoden die toekomstbestendig zijn. De industrie in Rotterdam ziet er van buiten over dertig jaar grotendeels hetzelfde uit, maar “onder de motorkap” werkt het anders. Vergelijk het met een elektrische auto: hij ziet er hetzelfde uit als een auto op fossiele brandstof en je kunt er hetzelfde mee doen, maar de techniek is anders, én emissievrij.’

Positief verhaal

Het optimistische verhaal van de chemische industrie-in-transitie mag wat Castelein betreft vaker verteld worden. ‘De industrie is een essentieel onderdeel van onze samenleving. In het nog beter over het voetlicht brengen van het transitieverhaal speelt communicatie daarover, zoals via dit Bilfinger Magazine, een rol. Ik vind het relevant dat er in ons Rotterdamse havencomplex partijen als Bilfinger zijn die dit verhaal vertellen, waarmee zij beslissers bereiken in de haven, industrie, politiek en toeleveranciers. Het positieve verhaal van waarmee wij hier in het Rotterdamse havengebied bezig zijn, kan als een steen in de vijver werken zodat er steeds meer mensen komen die onze doelen ondersteunen én mee willen doen om ze te bereiken.’

captcha
Uw bericht aan
captcha