
Bilfinger Magazine

’Niet wachten op het ei van Columbus’
‘Als we het klimaatakkoord willen halen, dan moeten we nu vaart maken met de middelen die er zijn.’ Dat is de mening van Gabriël Tschin, directeur van Plant One Rotterdam, dat de middelen beschikbaar stelt om het tempo van de energietransitie er daadwerkelijk in te houden.
Plant One Rotterdam B.V. exploiteert een unieke locatie op het Huntsman-terrein in de Botlek. In de grote hal, en buiten, staan verschillende opstellingen van diverse grote multinationals, start-ups, waterbedrijven en bedrijven uit de (petro)chemie, die innovatieve ideeën, duurzame technologieën of circulaire oplossingen op commerciële schaal willen testen en daar pilotfaciliteiten voor nodig hebben.
Oneindige recycling
‘Voor Pryme Cleantech bijvoorbeeld’, vertelt directeur Gabriël Tschin, ‘is een industriële demo-installatie gebouwd waarmee afvalplastics worden omgezet in grondstoffen voor de chemische industrie. Die maakt er weer nieuw plastic van; oneindige recycling dus.’ Een andere proefopstelling is van het bedrijf Ioniqa Circular. ‘Deze installatie lost het materiaal van PET-flessen, tapijten en kleding op en breekt het af tot een kleurloos materiaal. Het bedrijf brengt afvalstoffen met behulp van slimme circulaire magnetische vloeistoffen terug naar de hoogste kwaliteit grondstoffen.’
Strijkstok
Plant One begon in 2009 met een flinke startsubsidie van toenmalig minister Maria van der Hoeven. Na zes jaar bleek het innovatiecentrum zwaar verliesgevend en trokken de subsidieverstrekkers de stekker uit het project. Gabriël Tschin, die vanaf dag één betrokken is geweest bij Plant One, zag wél potentie. ‘Dus ik maakte een doorstart als Plant One Rotterdam B.V. Gewoon als mkb’er en zonder subsidie. Mijn ervaring met subsidie is dat er heel veel aan de strijkstok blijft hangen. Allerlei adviseurs moeten worden ingehuurd en er ontstaat een enorme bureaucratie. Die tussenschakels werken vertragend en slokken veel geld op, waardoor er van het subsidiebedrag maar weinig bij de daadwerkelijke innovatie terechtkomt.’
Strengste veiligheidsvoorschriften
‘In de enorme lege loods die over bleef, hebben we afscheidingen gemaakt’, vertelt Tschin verder. ‘We hebben nu zeventien proefopstellingen staan. Voor alle testinstallaties die we hier bouwen gelden de strengste veiligheidsvoorschriften. We beschikken over een overkoepelende omgevingsvergunning (Wabo), waar huurders van kunnen profiteren.’ Zij kunnen het hele onderzoekstraject bij Plant One Rotterdam outsourcen. We hebben eigen engineers in dienst die meedenken met de opdrachtgever en de installatie volgens de klantspecificaties bouwen. Daarnaast hebben we laboratoria en laboranten beschikbaar om de testresultaten te onderzoeken en gekwalificeerde operators om de installaties te bedienen en onderhouden. Het hoeft dan niet lang te duren voor je een proof of concept hebt.’
Circulaire oplossingen
Tschin gelooft in de transitie naar duurzame processen en installaties. ‘Je moet dat proces nu vaart geven met de middelen die er zijn en niet wachten tot het ei van Columbus is gevonden. Onlangs hebben we een proefinstallatie gebouwd waarin een pyrolyse-reactor tienduizend ton versleten autobanden verwerkt tot olie en carbon black. Met twee additionele processtappen zijn daar eindproducten met een hoge kwaliteit tegen een marktconforme prijs van te maken. Zo zouden we kunnen zorgen voor een circulaire oplossing voor versleten autobanden. Circulaire oplossingen, daar wil je naartoe.’
Plant One Rotterdam trekt de circulaire doelstelling door in de bedrijfsvoering. In de kantine is alles gemaakt van gebruikte materialen. Puien van marktplaats, hergebruikte tafels en plafonds van afgedankte bureaubladen. ‘Ook al het materiaal van afgesloten innovatieve projecten wordt zoveel mogelijk hergebruikt’, zegt Tschin. ‘Dat kan omdat we de loods naar eigen inzicht kunnen inrichten. We zorgen voor een schone en veilige werkomgeving, maar met hergebruikte materialen. Dat is ook een manier waarop we de kosten voor onze huurders kunnen drukken.'
Duidelijke kaders
Tschin merkt dat zijn klanten, veelal uit de chemische sector, de transitie graag willen maken. ‘De ontwikkelingen in de chemie zijn nog nooit zo snel gegaan, innovaties volgen elkaar in rap tempo op. De aloude terughoudendheid in de sector is verleden tijd. Bedrijven zijn opener naar elkaar en willen graag samenwerken. Dat komt ook doordat de fossiele brandstoffen opraken. Dus verandering is nodig. De overheid moet wel duidelijke kaders stellen’, vindt Tschin, ‘bijvoorbeeld een vaste prijs voor CO2-emissies. We moeten het met zijn allen doen.’
Nieuw level
Plant One Rotterdam is onder leiding van Gabriël Tschin uitgegroeid tot een bedrijf met zestig medewerkers. ‘Maar daar komen binnen een jaar nog veertig procesoperators bij, die we gedeeltelijk samen met het Scheepvaart en Transport College opleiden. Het bedrijf krijgt binnenkort een dubbelkoppige leiding. ‘Voor sommige directeurszaken vind ik mezelf minder geschikt’, legt Tschin uit. ‘Ik kan nogal direct uit de hoek komen en eerlijk gezegd wil ik liever mijn laarzen aan en installaties bouwen. Daarom wordt Fer Klinckhamers mede-directeur. Met zijn ruime ervaring in de chemische industrie én interesse voor duurzame ontwikkeling, tillen we Plant One Rotterdam met zijn allen naar een nieuw level.